zaterdag 22 oktober 2011

Expositie in Oezbekistan


Het is een mooie dinsdag. Het zonnetje schijnt vrolijk en de planten in de tuin staan volop in bloei. Ze zucht tevreden terwijl ze nog maar eens een slokje van haar thee neemt en een bladzijde van haar boek omslaat. Ze leest het nieuwste boek van haar favoriete schrijver en geniet weer van de prachtige zinnen, beeldende beschrijvingen en oplopende spanning. Het boek is als vanouds top.
Ze schrikt op van de telefoon. Het is haar zoontje. “Hoi mam. Ik ben klaar met trainen. Kom je me ophalen?” Even is ze in de war. Waarom zou ze hem moeten ophalen, haar man is toch mee naar de training? Ze vraagt aan haar zoon of zijn papa er niet is. “Nee mam. Hij zat op de tribune maar nu is hij weg.” Nee hè, niet weer. Hoe moet ze dit nou weer oplossen?
Wat vindt hij het toch fijn om naar de training van zijn zoon mee te gaan. Het jongetje speelt altijd met zoveel plezier dat je er vanzelf vrolijk van wordt. Hij loopt naar de tribune en voelt hoe de andere ouders hem nakijken. Ze vinden hem maar vreemd, die rare kunstenaar met zijn buitenlandse exposities.
Hij gaat zitten met zijn gezicht in de zon. Heerlijk al dat licht, het doet hem aan vroeger denken. Hij sluit zijn ogen en denkt aan vroeger, aan de mensen die hij hier op aarde moet missen. De tijd lijkt wel te zijn opgehouden met bestaan als hij aan hen denkt. Hij ziet zijn oma voor zich en laat zich door har als oudsher verwennen met allerlei lekkers. Hij spreekt met zijn vriend die 2 jaar geleden plotseling stierf en zet een ouderwetse boom met hem op over voetbal. Hij bezoekt zijn vader die hem een beetje ongemakkelijk laat weten hoe trots hij is op zijn zoon, het werk wat hij doet en natuurlijk op zijn kleinzoon. Dan komt hij bij zijn moeder die hem de geborgenheid geeft die hij altijd van haar ontvangt. Ze streelt hem over zijn wang en zegt dat het de hoogste tijd is om terug te keren.
Wanneer hij zijn ogen open doet, ziet hij zijn zoontje voor hem staan. Als altijd is hij verbaasd hoe groot het jochie weer is geworden. Het jongetje knuffelt hem en zegt: “Ik ben blij dat je er bent, pap. Ga je mee naar huis?”
Ze is op zoek naar haar autosleutels. Hoe presteert ze het toch altijd weer die dingen kwijt te zijn? Ze kijkt naar buiten en ziet dat het is gaan hozen. Dat kan er ook nog wel bij, een herfststorm terwijl ze al te laat bij het voetbalveld is. Ze hoort een auto stoppen voor het huis en daar komt haar zoontje al binnen gestormd met achter hem haar man. Ze is blij hem weer te zien maar kan niet nalaten toch een opmerking te plaatsen. “Wat hadden we nou afgesproken, lieverd? Ik heb als een gek een expositie in Oezbekistan moeten regelen om de afwezigheid door je engelenreis te verklaren.”

woensdag 19 oktober 2011

keuze


Wat was hij geschrokken toen hij haar daar in dat ziekenhuisbed zag liggen.De liefde van zijn leven verbonden met allerlei apparatuur die haar in leven hield. Het leek of ze sliep maar de artsen waren maar al te duidelijk geweest. Uit alle onderzoeken was gebleken dat er geen hersenactiviteit meer was en dat de vrouw waar hij zo van hield eigenlijk al dood was.
Al vrij snel na dit nieuws was iemand bij hem gekomen om te praten over orgaandonatie. Het donorregister was geraadpleegd maar daar was haar naam niet in voor gekomen. Misschien dat hij wist wat ze gewild zou hebben. Hij had de man alleen maar aan kunnen staren. Hij had geen flauw idee. Ze stonden aan het begin van hun leven, waren druk bezig samen een toekomst op te bouwen, dan denk je toch niet aan doodgaan?
Vaag herinnerde hij zich dat ze na die show op tv, die orgaandonorshow waar al die ophef over was geweest, had gezegd dat ze eigenlijk niet wist of ze zo’n risicovolle operatie over zou hebben voor een wildvreemde maar dat het anders lag als het voor haar moeder of zusje zou zijn. Maar dat ging over doneren terwijl je in leven was dus daar had hij niet veel aan.
Hij ging op zoek naar haar ouders. Hij vond Ed en Hanneke in de familiekamer, stilzwijgend verbonden in hun verdriet. Hij besloot maar meteen met de deur in huis te vallen: “De transplantatiecoördinator is net bij mij geweest met de vraag of ik wist of Lotteke orgaandonor zou willen zijn. Hij had het donorregister al geraadpleegd maar kon daarin niks vinden. Weten jullie hoe ze daar over dacht?” Hanneke was de eerste die reageerde:”Ja, daar was Lotteke altijd heel duidelijk in. Zij vond dat die keuze niet bij haar lag maar bij degene die van haar hielden. Voor haar maakt het namelijk geen verschil meer maar wel voor degenen die afscheid moeten nemen.”
Dankbaar keek hij zijn schoonmoeder aan. Dat klonk inderdaad als zijn Lotteke. Ze vond dat iedereen recht had op zijn eigen keuze en wilde een ander niet vast leggen. Maar eigenlijk had hij het heel fijn gevonden als ze dit nou eens wel had vastgelegd. Dan had hij geweten dat hij mocht beslissen en dat zij met elke keuze vrede zou hebben.

maandag 17 oktober 2011

Profielfoto

Hij zag een glimp van zijn weerspiegeling in de winkelruit die hij passeerde. Verbijsterd bleef hij staan en keek nog eens goed. Was hij dat, die jongensachtige veertiger? En wat deed die stupide grijns op zijn gezicht?
 Het moment dat hij het zich afvroeg wist hij het antwoord al. Die grijns kwam door haar. Door dat mooie, lieve, maffe mens wat hij had leren kennen. Nou ja, beter had leren kennen, want eigenlijk cirkelden ze al langere tijd in dezelfde kennissenkringen. Maar pas sinds kort hadden ze echt contact.
Ze ontdekten dat ze hoewel ze totaal verschillend waren ook vele raakvlakken hadden. Hoewel zeer sociaal waren ze beiden te typeren als einzelgänger, iets wat in relaties vaak een breekpunt was. Ze waren beiden vaak onderuit gegaan maar hun kinderen hadden hen behoed voor te diep vallen. Allebei hadden ze nageslacht wat zich moeilijk staande kon houden binnen de huidige harde en snelle maatschappij, nageslacht waar ze voor hadden gevochten om ze op de juiste plek te krijgen, om ze een kans op geluk te geven.
 Hij genoot van haar levenslust. Hij vond het heerlijk hoe ze hem iedere keer weer van repliek wist te dienen. Hij bewonderde hoe veerkrachtig ze reageerde op de moeilijkheden die op haar pad kwamen.
In die ene glimp lag de bevestiging van dat wat hij eigenlijk al wist. Verliefd. Hij was tot over zijn oren verliefd op de prachtvrouw die zich schuil hield achter de profielfoto.

dinsdag 11 oktober 2011

Rennen tot je neervalt

geschreven voor de hyve Het Muziekverhaal


Voor haar was het nu 12 jaar geleden dat ze de diagnose had gehad. Ze had de hele rataplan aan behandelingen ondergaan. Het zwaarst had ze de chemo gevonden. Niet zozeer de kuur zelf als wel de zichtbaarheid van de gevolgen. Ze was niet alleen een kankerpatiënt, ze zag er ook uit als een kankerpatiënt. Ze hadden het net zo goed op haar voorhoofd kunnen tatoeëren dan was het waarschijnlijk minder mensen opgevallen.
Ze merkte dat mensen haar hierdoor anders gingen behandelen. Ze zagen haar niet meer als persoon maar als arme stakker die ten dode was opgeschreven. Vreselijk vond ze dat. Alsof ze enkel en alleen nog maar patiënt was en geen leven ervoor, erna of erbij had. Als ze over de neveneffecten probeerde te praten werd ze afgewimpeld. Het hoorde er nou eenmaal bij. Dat moest ze er maar voor over hebben om te genezen.
Na de chemo kreeg ze goed nieuws. Er waren geen tumoren meer in haar lichaam. Ze was schoon. Maar ondanks dat ze dolblij was met het goede nieuws bleef de manier waarop er met haar als patiënt was omgegaan aan haar knagen. Dat moest toch anders kunnen? Er moest toch een manier zijn om de behandeling wat te veraangenamen? Het herstelproces kon misschien niet makkelijker worden maar het zou toch zeker menselijker kunnen?
Ze ging op zoek naar een manier zich in te kunnen zetten voor de mens achter de kanker. Ze vond een stichting met de slogan: "Leven toevoegen aan de dagen, waar geen dagen meer kunnen worden toegevoegd aan het leven". Dit was het. Dit was wat ze wilde doen.
En nu liep ze hier. Haar lijf deed overal pijn, maar haar doel en de muziek op haar Ipod dreven haar voort. Ze was bijna bij het eindpunt van haar derde etappe. Ze was een waar succesverhaal. Een voorbeeld voor velen. Het eerste jaar had ze maar 1 aflossing gelopen maar dit bijzondere jaar wilde ze er 10 lopen. Want dit jaar was ze 10 jaar kankervrij. Dit jaar liep ze voor de tiende keer mee in de Roparun.

Tot gisteren



Tot gisteren was mijn leven dik in orde. Ja, ik leef op de straat maar niet omdat het noodzaak is. Ik kan niet leven in een huis. Niet meer sinds ik zo lang weg ben geweest omdat ze dachten dat ik gek was.
Tot gisteren redde ik mij prima. Ik heb een goede slaapplek tussen anderen die ook niet opgesloten kunnen zitten, ik heb wat vaste adressen waar ik wat te eten krijg en bij de kiosk op het station werkt een meisje wat na werktijd altijd een paar koppen koffie aan mij en mijn vrienden uitdeelt.
Tot gisteren schaamde ik me niet voor mezelf. Ik ben schoon op mezelf. Ik was me elke ochtend bij de fontein en bij de opvang douche ik altijd. Mijn kleren zijn niet de nieuwste maar ik verstel altijd elk gat en zodra het seizoen wisselt haal ik nieuwe bij het Leger des Heils.
Tot gisteren was ik tevreden met wie ik ben maar toen zag ik haar. En erger nog, zij zag mij. Ik zag de schok van herkenning door haar heen trekken. Plotseling zag ik mezelf zo als zij me zou zien, een vieze, oude, dakloze schizofreen.
Tot gisteren ging het goed met me. En toen kwam zij, stak haar hand naar me uit en zei:”O pap, ik heb je zo gemist.”

donderdag 6 oktober 2011

Zondig


Zenuwachtig stapte ze de kerk binnen. Ze had altijd al ‘iets’ met religie gehad. De rituelen en gebruiken interesseerden haar mateloos. Maar nog niet eerder was ze daadwerkelijk in een kerk geweest. Haar ouders vonden dat je om te geloven geen kerk nodig had. Volgens hen had een ware gelovige genoeg aan zijn overtuiging. Dit was dus haar eerste bezoek aan een kerk.
De kerk was kaler en killer dan ze verwacht had. Je zou toch denken dat ze zo’n plek wat gerieflijker zouden aankleden. Ze had gelezen dat sommige diensten twee uur duurden, dat leek haar niet echt prettig op die houten banken. Zij zat er nog maar vijf minuten op en had al een houten kont.
Vandaag was er geen dienst, maar daar kwam ze ook niet voor. Ze kwam om te biechten. Ze raapte al haar moed bij elkaar en ging schuchter de biechtstoel in. Toen het luikje tussen open ging stak ze meteen van wal.”Vergeef me vader want ik heb gezondigd. Ik heb al twee uur geen tweet geplaatst en ik heb vandaag vier sms-jes van een vriendin genegeerd.”
De pastoor slaakte een diepe zucht. De jeugd van tegenwoordig wist niet eens meer wat een echte zonde was.

Klassenondersteuners

Zoals velen wel weten zitten mijn kinderen op speciaal onderwijs. De meesten zullen ook wel weten dat daar al flink op bezuinigd is en nog meer wordt. Het extra uurtje gym wat ze hadden is al wegbezuinigd en ook op de klassenondersteuners is flink gekort, ipv 5 dagen zijn ze nu nog maar 3 dagen aanwezig.
Gisteren zat ik een filmpje van 'de gekste dag' te kijken waarin Jochem Myjer en Bert Visscher een dagje meedraaien in de thuiszorg en plots had ik een visioen Deze twee mannen als klassenondersteuners op De Ambelt. Ik ben erg benieuwd wie er drukker zijn. En wie weet kunnen ze goede vriend Peter Heerschop meenemen voor wat extra gymnastiek

maandag 3 oktober 2011

Doldwaas


Ze ziet zichzelf in de spiegel en huilt. Wat is ze diep gezonken. Wat heeft ze afschuwelijke dingen gedaan. En waarom? Hiervoor dus.
Toen ze de advertentie zag wist ze dat ze tot het uiterste moest gaan om te krijgen wat ze wilde. Ze zou diep moeten gaan, alles van zichzelf vergen. Ze had zich grondig voorbereid. Het terrein was verkend, de obstakels in kaart gebracht en ze wist waar haar doel lag.
Vanmorgen was het dan zover. Vol goede moed was ze de strijd aangegaan. Ze was tot het uiterste gegaan. Ze was meedogenloos geweest. Het was nog even spannend geweest maar ze had gestreden voor wat ze waard was en als overwinnaar uit de strijd gekomen. Ze had genoten van de teleurgestelde gezichten om haar heen. Zij had gezegevierd, de buit was van haar.
En nu heeft ze spijt. Spijt dat ze zich als een beest heeft gedragen, dat ze over lijken is gegaan. Haar hebzucht wordt genadeloos afgestraft want het prachtige jurkje dat ze gescoord heeft bij de Doldwaze Dagen, staat haar niet.