Besluiteloos kijkt Mijke naar het boek. Dit is het juiste boek. Daar staat haar naam. Dit is het boek van haar leven. Zal ze het durven open slaan? Wil ze lezen wat er in staat?
Ze laat haar blik glijden over haar omgeving. Haar
gastvrouw had dit de bibliotheek genoemd maar het doet Mijke meer denken aan
zo’n archiefruimte zoals je die in Amerikaanse films of series ziet. Zo een
waar je met een groot wiel de stellingen uit elkaar draait om dingen uit het
archief te halen.
De bibliotheek is veel kleiner dan Mijke had verwacht.
Niet dat ze weet wat ze precies had verwacht. Maar in ieder geval geen tl-verlichte
ruimte waar net een leestafel met stoel inpast ingesloten door metalen wanden
met wielen erop.
Mijke’s voorstelling van een bibliotheek was vele malen
romantischer. Hoge houten kasten vol met boeken. Trapjes en ladders om ook bij
de bovenste planken te kunnen. Grote stevige bureaus met leren leggers en
sierlijke bureaulampen. Comfortabele stoelen met kleine tafeltjes en grote
leeslampen. Alles er op gericht lekker rond te snuffelen en door boeken te
bladeren en vrijuit te kunnen mijmeren over de inhoud. Deze ruimte was zo
steriel, zo zakelijk. Niets wees erop dat er hier iets interessants te lezen
was.
Plots moet ze denken aan iets wat haar gastvrouw tegen
haar had gezegd toen Mijke zei dat ze het huis zo onopvallend en doorsnee vond.
Wat was het ook weer? O ja. “Juist jij als journalist zou moeten weten dat de
meest interessante verhalen schuilen in het meest alledaags.”
De opmerking was maar half bij haar binnen gekomen omdat
ze met stomheid geslagen was dat deze vrouw wist dat ze journalist van beroep
was. Ze was hier ook niet beroepshalve. Ze was hier omdat ze tijdens de zoektocht
naar verhalen over haar overgrootouders had ontdekt dat er hier naslagwerken
zouden zijn over de levensloop van alle personen die in deze regio geboren
waren. Haar nieuwsgierigheid was gewekt en een afspraak snel gemaakt. Haar
beroep had ze nergens vermeld en er was ook niet naar gevraagd. En aangezien
Mijke voor een lokale krant aan de andere kant van het land werkte leek het
haar stug dat deze vrouw ooit een artikel van haar had gelezen en haar naam
daarvan onthouden.
Mijke schrikt op uit haar overpeinzingen door het kraken
van een traptree. Ze kijkt om en ziet haar gastvrouw de kleine leesruimte
binnen komen. Vriendelijke ogen kijken haar aan. Het zijn bijzondere ogen. Ogen
die veel zien. Ogen die geen vragen stellen, niet oordelen en niet nieuwsgierig
zijn maar enkel openheid en vriendelijkheid uitstralen. Waar Mijke zich
geregeld ongemakkelijk voelt als iemand haar langdurig aankijkt voelt ze nu
enkel ontspanning en geruststelling.
Mijke kijkt nog eens naar het gesloten boek wat voor
haar op tafel ligt. De vrouw volgt haar blik. Mijke kijkt haar aan. Ze heeft
zoveel vragen.
“Weet je wat een levensloopboek is,” vraagt de vrouw met
zachte stem. Mijke schudt haar hoofd. Ze heeft natuurlijk wel ongeveer een idee
maar dat idee is op losse schroeven komen te staan toen ze haar eigen naam op
een van de vele boeken in het archief zag staan. Ze dacht namelijk dat het een
soort biografie zou zijn. Of een verzameling informatie zoals bij een
knipselkrant.
“Een levensloopboek wordt bij leven gevuld met
herinneringen. Niet jouw herinneringen maar hoe mensen jou zullen gaan
herinneren.” Mijke kijkt haar niet begrijpend aan.
“In dit boek worden kleine voorvallen worden opgenomen.
Het moment dat je vriendelijk was naar iemand. Die keer dat jullie op vakantie
in de stromende regen verdwaalden. Je aanwezigheid bij het huwelijk van je
vriendin. Allemaal herinneringen aan jou, herinneringen die jouw leven
invulling hebben gegeven. En steeds als zo’n herinnering aan jou wordt
opgeroepen opent het boek en openbaart de herinnering zich.”
Nog nieuwsgieriger geworden trekt Mijke het boek naar
zich toe. Ze legt haar vinger om de hoek van het voorblad. De vrouw legt haar
hand over haar hand.
“Voor dat je dit boek openslaat moet je weten jouw boek
op dit moment nog geschreven wordt. Over enkele ogenblikken wordt dit moment
toegevoegd. Vanuit mijn geheugen zal mijn herinnering aan jou worden genoteerd.
De gevolgen van willekeurig dit boek openen zijn groot. Je leven zal nooit meer
hetzelfde zijn.”
Nogmaals kijkt Mijke naar het boek wat voor haar ligt.
Ze voelt de strijd tussen de twijfel en de nieuwsgierigheid. Ze ademt scherp in
en slaat dan kordaat het voorblad om.
Uren aan één leest Mijke in haar levensloopboek. Het
lijkt wel of de pagina’s zich tijdens het lezen vullen. Herinnering na
herinnering komt tevoorschijn. Gebeurtenissen rijgen zich aan één. Uren worden
dagen. Dagen worden maanden. onverstoorbaar leest ze door. Tot de dag dat ze
aankomt bij een herinnering van haar zittend aan tafel.
Er is iets vreemds met deze herinnering. Tijdens alle
voorvallen en gebeurtenissen zag ze zichzelf door de ogen van anderen. Het
waren duidelijk herinneringen van andere mensen aan haar. Deze herinnering
voelt anders. Deze voelt als van haarzelf. Ze kijkt op en ontmoet opnieuw de
vriendelijke ogen van de vrouw. Dan herkent ze plots de ogen. Hoe kan ze ook
anders ze ziet ze al haar hele leven elke dag.
Terwijl het beeld van de vrouw langzaam vervaagd slaat
Mijke het boek dicht. Even huivert ze. Dan pakt ze het boek op en zet het terug
op de plek waar ze het lang geleden had gevonden. Wat er zou zijn gebeurd als
ze het boek gesloten had gelaten zal ze nooit weten. Wat ze wel weet is dat ze
een levensloopbibliotheek te beheren heeft.