In een blokhut bedolven door sneeuw gaat Lenna aan de
keukentafel zitten. Ze vouwt haar handen om de kop thee die ze net voor
zichzelf heeft gezet. Ze zucht diep en laar haar hoofd hangen. Ze voelt een
langzame traan over haar gezicht lopen. Ze wil hem wegvegen maar bedenkt zich.
Wat maakt het uit dat er een traan over haar wang rolt? Er is toch niemand die
het kan zien. Ze kan zo lelijk huilen als ze wil.
Geërgerd onderdrukt ze een snik. Dat ze lelijk kan
huilen wil nog niet zeggen dat ze dat dan ook maar moet gaan doen. Met huilen
komt Maarten niet terug. Als dat zo zijn had hij drie uur geleden alweer voor
haar neus gestaan. Maar dat was niet zo, dus huilen helpt niets. Ze kon beter
eens gaan nadenken hoe ze hier weg kon komen, want die hufter was niet alleen
weggegaan zonder iets te zeggen, hij had ook de auto meegenomen. Nu zat ze vast
hier in dat godvergeten niemandsland onder de sneeuw.
Lenna zucht nog eens diep en rekt zich dan langzaam uit.
Ze ademt nog eens diep in en weer uit. Daar wordt het iets helderder van in
haar hoofd. Haar blik valt op de adventskalender midden op de keukentafel. Ze
huivert.
Al vanaf het moment dat Maarten hem aan haar gaf krijgt
ze de kriebels van dat ding. Sowieso is het geen traditionele adventskalender
met 24 hokjes voor 24 dagen. Nee, dit ding telt één uur af in 12 hokjes.
En in plaats van idyllische kersttafereeltjes staat hier
een Krampus op, zo’n enge soort Sinterklaas. Die met die bloeddoorlopen ogen,
punttanden en kwaadaardige grijns.
Maarten had gezegd dat hij meteen aan haar had moeten
denken toen hij de adventskalender zag. Het was zo’n leuke gadget en had zo’n
leuk griezelthema. Ze hield toch zo van horror? Echt een kerstcadeau voor haar.
Vol afgrijzen had ze de kalender op de keukentafel
gesmeten, schreeuwend dat hij een incompetente, onattente en onnadenkende
rotvent was. Ze had hem voor de voeten gesmeten dat ze speciaal voor hem in
deze pokke blokhut was gaan zitten, ver weg van haar familie en zo mogelijk nog
verder weg van de bewoonde wereld. Stampvoetend was ze naar de slaapkamer
gegaan en huilend op het bed in slaap gevallen.
Toen Lenna wakker werd was Maarten weg. Het enige wat er
lag was die stomme kalender en een briefje waarop stond: ‘Maak dat ding open.
Het eerste vakje moet op eerste kerstdag om vijf uur open zijn, anders zijn de
gevolgen jouw verantwoordelijkheid.”
Opstandig als ze zich voelde heeft ze de kalender in de
prullenbak gemieterd. Om hem daar drie uur later toch maar weer uit te halen. De
deadline is dan wel al verstreken dus gevoelsmatig heeft ze gewonnen. Ze heeft
zich niet laten dwingen.
Lenna pakt de kalender op en bekijkt ‘m nog eens goed.
Het is echt een raar ding. Waar een gewone adventskalender van die plastic
bakjes voor de chocolaatjes heeft is deze helemaal vlak. Er zit wel een soort
verdikking bij de deurtjes maar daar past niets in.
Lenna kan haar nieuwsgierigheid niet langer bedingen en
maakt deurtje één open. Stomverbaasd kijkt ze naar een QR-code. Ze pakt haar
telefoon en scant de code. Het blijkt een link te zijn naar een filmpje met de
titel ‘stap 1’.
Wanneer het filmpje begint af te spelen schrikt Lenna
zich rot. Ze ziet Maarten met een groot mes in zijn hand. Hij staat gebogen
over het lichaam van Julius, het achtjarige zoontje van haar broer. Dan houdt
het filmpje abrupt op.
Trillend maakt Lenna het tweede deurtje open. Weer een
QR-code. Het filmpje wat hier aan gelinkt zit gaat verder waar het vorige
ophield. Ze hoort Julius gillen en op de achtergrond haar schoonzusje snikken.
De camera draait naar de keukenvloer en daar ziet ze haar broer liggen. Hij zit
onder de bloedvlekken. Het lijkt alsof hij op meerdere plekken is gestoken.
Vlak achter hem ziet ze Romy, haar nichtje liggen.
Met elk deurtje wat Lenna openmaakt wordt de nachtmerrie
groter. Haar hele familie brengt eerste kerstdag door bij haar broer. Ze ziet
ze één voor één voorbij komen. Sommige onder het bloed, anderen doodstil in een
onnatuurlijke houding op grond, een bed of aan de eettafel. Het lijkt wel een
scène uit een hele slechte horrorfilm.
Wanneer Lenna bij het laatste deurtje aan is gekomen
komt Maarten in beeld. Hij ziet er vreselijk uit. Zijn mond is vertrokken in
een grimas, zijn ogen schieten heen en weer, alles in zijn houding schreeuwt
waanzinnigheid uit. Hij begint tegen de camera te praten:
“Krampus is boos op jou Lenna. Krampus wilde
jou een mooi cadeau geven Lenna. Maar Lenna kon niet dankbaar zijn. Lenna wilde
niet luisteren. Lenna deed niet wat ze moest doen. Dit is jouw straf Lenna.
Ieder die je lief is, is voor Krampus. Dit is mijn wraak voor je
ondankbaarheid.”
Dan gaat het beeld op zwart.
Ontsteld kijkt Lenna naar haar telefoon. Dit kan toch
niet waar zijn? Heeft ze dit echt gezien? Wanhopig probeert ze de QR-codes
opnieuw te scannen maar ze blijken niet meer te werken. Ze probeert haar broer
te bellen maar de telefoon schakelt direct naar voicemail. Wanneer ze haar
moeder belt gebeurt precies hetzelfde. Dan valt het bereik van haar telefoon
weg.
Paniek neemt nu de overhand. Hoe kan haar bereik nou
zomaar wegvallen? Het was de hele dag meer dan uitstekend. Ze had nog gegrapt
dat haar provider een beter bereik had voor boerenkinkels dan voor gewone
mensen.
Plots hoort ze buiten geluiden. Het klinkt alsof er
iemand aan komt hinken. Iets groots. Iets wat iets zwaars meesjouwt. Een
vreselijke metaalachtige stem lijkt haar te roepen. Het lijkt wel alsof die
stem toebehoort aan iets wat niet op deze aarde hoort rond te lopen. Aan iets
wat door waanzin is gegrepen. Als iemand die bezeten is door iets als een
Krampus.
Angst neemt nu de paniek over. Lenna begint sneller en
sneller te ademen. Haar hart klopt als een bezetene. Haar hoofd begint te
bonzen en bonken. Ze strompelt naar de gootsteen en geeft over.
Precies op dat moment zwaait de keukendeur open en
stormen er twee kinderen de hut binnen. “Tante Lenna, tante Lenna! Hebben we
geen gave film gemaakt? En nog interactief ook!”
Ze draait zich om en kijkt recht in de lachende
gezichten van haar familie die het als het ultieme kerstcadeau zagen om de
horrorfan de ultieme horrorervaring te geven.