maandag 12 november 2012

de biografie van de redacteur


Zijn secretaresse legde de post op zijn bureau en liep heupwiegend weg. Goedkeurend keek hij haar na. Hij hield van mooie vrouwen. Helemaal als ze goed wisten hoe ze deze schoonheid moesten tentoonstellen.
Hij pakte de stapel op en bekeek de enveloppen even vluchtig. Even schrok hij. Daar was de envelop. Hij had er onderhand al zo veel gehad dat hij hem direct herkende. En als het goed was, was dit de laatste die hij zou ontvangen. En dan zou hij sterven.

Een aantal maanden geleden was het allemaal begonnen met een envelop als deze. Zijn toenmalige secretaresse had hem achteloos op zijn bureau gegooid terwijl ze tegelijkertijd haar ontslag indiende. Ze bleek zijn aandacht voor haar mooie vormen en zijn behoefte deze te controleren op echtheid en stevigheid niet op prijs te kunnen stellen. Ach ja, dat had hij al eens eerder meegemaakt. Hij haalde dus zijn schouders op bij haar verwijtende woorden en maakte gedachteloos de envelop open.
Het zou wel weer een bedelbrief zijn of hij alsjeblieft een manuscript wilde lezen en een goed woordje doen bij de uitgever. En inderdaad, de envelop bevatte de bekenden vellen papier die zijn vermoeden dat het hier een hoofdstuk van een of ander ‘onmisbaar en echt anders dan anderen’ boek bevatte liet groeien. Hij pakte de begeleidende brief er maar eens bij. Hij maakte zich op voor een nieuwe smeekbede, maar was met stomheid geslagen toen hij hem door las. Dit was geen standaard smeekbede. Dit was interessant.

Beste redacteur, las hij, hoewel ik weet dat je veel manuscripten ter beoordeling krijgt en heel goed weet hoe je daar over denkt, adviseer ik je het bijgevoegde verhaal goed te lezen. Het zal je bevallen want jij speelt namelijk de hoofdrol. Alles wat ik schrijf is gebeurd, zal gebeuren of zou kunnen gebeuren. Geniet volop van de eer die je is toegevallen want na 32 hoofdstukken is het boek klaar en dien je geen enkel nut meer. De dag dat je het laatste hoofdstuk ontvangt, is de dag dat je zal sterven.

Zijn nieuwsgierigheid was gewekt. Hij vouwde de stapel papier uit en begon te lezen. Bij de typering van de hoofdpersoon gnuifde hij even. Dit kon nooit over hem gaan. Narcistisch, seksistisch, morsig, dat waren geen termen die op hem sloegen, maar al snel sloeg zijn aanvankelijke afkeer om in bewondering. De schrijver kende hem erg goed als deze de hoofdpersoon op hem had gebaseerd. Hij herkende zich zeer in de mans vasthoudendheid, zijn voorliefde voor mooie vrouwen en het handige gebruik maken van zijn veronderstelde invloed op de uitgever.
Ja, dat laatste had hem al heel wat vrouwen opgeleverd. En bij allemaal duurde het een tijdje voor ze door hadden dat hij helemaal niet van plan was wat dan ook tegen de uitgever te zeggen over hen. Meestal waren ze hun eigen zogenaamde morele grens al ver overschreden voor ze hun ogen openden. Het kwartje viel vaak pas als hij niet meer reageerde op hun telefoontjes, briefjes of pogingen hem te bezoeken in zijn kantoor.

Terwijl hij doorlas bekroop hem een ongemakkelijk gevoel. Hij kende het verhaal wat hij aan het lezen was. De brunette die een liefdesverhaal had geschreven en na enig aandringen toonde dat haar erotische passages meer dan zomaar wat verzinsels waren, had hij daadwerkelijk gekend. En de erotische passages waren inderdaad geen verzinsels. Ze hadden ze allemaal uitgevoerd voor ze begreep dat hij haar geen steek verder zou helpen met het uitbrengen van een boek.

Hij legde het verhaal aan de kant en deed zijn best het uit zijn hoofd te zetten. Dat lukte wonderwel tot een week later een nieuwe envelop werd bezorgd met een nieuw hoofdstuk. Dit keer las hij met genoegen over de kleine blondine die hij echt op alle plekken van het kantoor te grazen had genomen. Toen ze niet meer wilde meewerken aan het bevredigen van zijn seksuele behoeftes had hij haar met zijn vuisten nogmaals alle hoeken laten zien. Hierna had hij haar nooit weer gezien. Ze was met de Noorderzon vertrokken. Op kantoor gingen er geruchten over zelfmoord. Het zou nog best eens waar kunnen zijn want echt een opgewekt ding was het niet.

Elke week kwam er een envelop. Elke week was er weer een verhaal waarin de erotiek, de macht die hij over vrouwen had en zijn sterke persoonlijkheid de hoofdrol speelden. Hij begon uit te kijken naar de donderdag, de dag waarop er weer een nieuw hoofdstuk van zijn biografie op zijn bureau verscheen.
Tot twee weken geleden. Toen zat er voor het eerst sinds het eerste hoofdstuk weer een begeleidende brief bij. Veel stond er niet in, enkel: Geniet je hier net zo van als ik? Vast niet, want ik weet al precies hoe het af gaat lopen en jij alleen maar dat je nog maar een hoofdstuk te lezen en te leven hebt.

Vorige week was er geen envelop gekomen. En ook gisteren, donderdag, was er niets geweest. Hij begon al te denken dat het hele spelletje was afgelopen. Iemand had hem goed de stuipen op het lijf weten te jagen. Wie wist hij nog steeds niet. Natuurlijk had hij geprobeerd te achterhalen wie de schrijver van de verhalen was maar al zijn pogingen waren vruchteloos geweest. Gisteren had het ook niet meer belangrijk geleken. Het gevaar was geweken. Er kwam geen laatste hoofdstuk. Het boek was uit.

Nu had de spanning hem toch weer te pakken. Met trillende handen pakte hij de envelop op. Voorzichtig maakte hij hem open. Hij schrok van de klop op zijn deur en liet de envelop vallen. Ach, het was enkel zijn vrouw maar. Meteen vloeide alle spanning uit hem weg.
Zijn vrouw. Dat was toch wel een project waar hij heel trots op was. Hij had haar jong getrouwd. Oud genoeg om het legaal te maken, jong genoeg om haar te vormen. Ze was een keurig onderdanig en gedwee vrouwtje geworden. En sinds hij haar vorig jaar weer strak had laten trekken zag ze er ook weer heel appetijtelijk uit. Er was maar een ding wat hem stak. Het leek wel of ze na de operatie zelfvertrouwen had gekweekt. Ach, hij had het er al eens uit gekregen, dat zou hem nog wel een keer lukken.

Met een onzekere blik in haar ogen opende zijn vrouw de deur van zijn kantoor. “Lieverd,”zei ze’”ik weet dat je liever niet hebt dat ik op kantoor kom, maar ik vond thuis je insulinepen.” Hij gebaarde dat het goed was. Het kwam hem wel goed uit dat ze er was. Het was inderdaad tijd voor zijn insuline maar hij had een hekel aan het inspuiten. Nu kon zij dat mooi even doen. En als ze klaar was met die ene dienst kon ze hem meteen nog wel een dienst bewijzen. Hij pakte de envelop van de grond en ging zitten Hij trok zijn overhemd omhoog en maakte meteen zijn broek los. Hij zag dat ze de hint begreep.
Hij pakte de vellen papier uit de envelop en begon te lezen. Hij fronste zijn wenkbrauwen toen hij opmerkte dat dit hoofdstuk over zijn vrouw ging. Er ging een alarmbelletje af in zijn hoofd. Terwijl de insulinepen in zijn buik werd gestoken wist hij plots wie de auteur van zijn levensverhaal was.