Ergens op zolder, in een van de meest onbereikbare
hoekjes, staat een stapel dozen. In een van deze dozen lig ik. Nou ja, de
onderdelen die mij vormen zitten in die doos. Een standaard, een stam en heel
veel takken. Allemaal van metaal en kunststof. Samen vormen deze stukjes metaal
en kunststof een kunstkerstboom. Mij dus.
Al bijna twintig jaar sta ik in de kerstperiode te
pronken in de woonkamer van dezelfde mensen, mijn eigenaren. Mijn lampjes
verlichten al jaren de donkere tijden. Ik kan me mijn eerste jaar nog
herinneren alsof het gisteren was.
Er schalde vrolijke kerstmuziek door de speakers. De
jonge mensen lachten, dansten en
straalden. Ze waren jong, verliefd, gelukkig en zouden snel hun eerste
kindje verwelkomen. Misschien wel met kerstmis. Er stond al een klein wiegje
aan mijn voet voor het geval dat.
De dag voor kerst was hectisch. Er hing spanning en
opwinding in de lucht. Het leek er erg op dat er inderdaad een kindje geboren
ging worden. In de avond ging het stel puffend en steunend de deur uit.
Ze bleven lang weg. Wel meerdere dagen en nachten. Toen
ze thuis kwamen namen ze enkel intense stilte en veel verdriet mee. Mijn
lichtjes werden uitgedaan. Het wiegje bleef leeg.
Nog maandenlang heb ik in de huiskamer gestaan. Weet je
dat dat er intens verdrietig uitziet, een onverlichte kerstboom in mei? Zo zag
ik er niet alleen uit. Zo voelde ik me ook. Niet op mijn plaats met mijn
glitters en goud.
Eind mei besloot het stel eindelijk om me af te tuigen
en op te ruimen. Met veel tranen en verdriet verdween langzamerhand alle pracht
en praal in de dozen. Ik werd terug gebracht tot mijn essentie van metaal en
kunststof en samen met het wiegje op zolder gezet.
Ik was blij verrast toen we begin december weer van
zolder werden gehaald. Na al dat verdriet had ik eigenlijk verwacht nog heel
lang op zolder te staan. Maar hoewel de sfeer niet zo uitbundig was als het
eerste jaar hing er wel weer hoop op geluk in de woonkamer.
Op de dag voor kerst was de sfeer wat bedrukter en vol
stil verdriet. De sfeer leek zelfs volledig verziekt te worden toen de man van
het stel het wiegje van zolder haalde en aan de vrouw gaf.
De vrouw begon onbedaarlijk te huilen maar tot mijn
grote verbazing vloog ze hem om de nek en vertelde hem tussen de gierende
uithalen door hoe blij ze met hem was en hoe ze hun kerstengeltje miste en dat
dit het allermooiste was wat ze hem had kunnen geven.
Ze zette het wiegje aan mijn voet en toen zag ik dat er
een betoverend mooie engel in lag. Een
kerstengel waarin al hun liefde voor hun engeltje en elkaar zichtbaar was
geworden.
Elk jaar mocht ik op de dag voor kerst getuige zijn van
het bijzondere moment waarop ze de kerstengel in het wiegje aan mijn voet
legden. Elk jaar weer was het intens verdrietig en tegelijkertijd vreselijk
mooi.
Dit jaar zal ik voor het laatst onderdeel zijn van deze
intieme ceremonie. Mijn lichtjes zullen de kerstengel voor het laatst
verlichten. Ik ben oud. Mijn takken hebben kale plekken. Het kunststof is
verstaft en het metaal is moe.
Het stel heeft al een nieuwe kerstboom gekocht maar
hebben besloten me nog eenmaal op te zetten. Om mij nog eenmaal met glitter en
goud te versieren. Nog een keer zal het wiegje met de kerstengel aan mijn voet
worden gezet.
Nog eenmaal breng ik licht donkere tijden. Daarna gaan
mijn lichtjes definitief uit. Mijn taak is bijna volbracht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten