Image courtesy of federico stevanin at FreeDigitalPhotos.net |
Ze denkt terug aan het
telefoongesprek van twee dagen geleden. Ze was gebeld door een van de
uitgeverijen waar ze haar manuscript naar toe had gestuurd. Naar aanleiding van
haar manuscript waren ze haar blog gaan volgen en waren daar zeer van onder de
indruk. Ze prezen haar verhalen die ‘prachtig gelinkt waren aan de actualiteit’
, ‘voorzien van een prachtige zinsopbouw’ en ‘altijd verrassend’. De
complimenten hadden haar zeer gevleid, maar ze maakten haar ook nieuwsgierig.
Waarom zou een uitgeverij zo geïnteresseerd zijn in haar korte verhalen?
Maartje kreeg al snel
antwoord op deze vraag. De vrouw van de uitgeverij vertelde dat erop dit moment
weinig budget was voor het uitgeven van nieuwe schrijvers maar dat de
uitgeverij wel een flink aantal veelbelovende manuscripten had ontvangen. Om
nieuwe schrijvers toch een kans te geven hadden ze een wild plan bedacht, een
realityshow. De show moest een kruising worden tussen ‘Het Blok’ en ‘Big
Brother’ met als hoofdprijs het uitgeven van een manuscript van de winnaar. Een
productiemaatschappij was zeer onder de indruk van het idee cultuur en
realityshow te combineren en was met de uitgeverij in zee gegaan. Ze mochten de
show gaan maken! En omdat een van de hoofdonderdelen het schrijven van verhalen
in opdracht was, was Maartje een van de schrijvers die ze graag in ‘Het Writersblock’
wilden hebben.
In een opwelling had
Maartje ‘ja’ gezegd en nog dezelfde avond had ze een mail gekregen met een
adres, een routebeschrijving en een voorlopig contract. Toen ze de mail binnen
kreeg waren de twijfels gekomen. Wilde ze dit wel? Was ze hier wel goed genoeg
voor? Moest ze niet wat nuttigs doen met haar leven? Maar tegelijkertijd had ze
zich rebels gevoeld. Ze kreeg een prachtkans in de schoot geworpen. Dit was al
zo lang een stiekeme droom, erkend worden als schrijfster, waarom zou ze deze
kans niet met beide handen aangrijpen.
Haar besluit stond vast
en om te zorgen dat niemand zou proberen haar op andere gedachten te brengen
had ze niemand verteld wat ze ging doen. Zelfs haar ouders en best vrienden
niet. Ze had ze vanmorgen een mail gestuurd met de mededeling dat ze had
besloten drie maanden ergens als een kluizenaar te gaan leven om zich volledig op het schrijven te richten en
dat ze na die drie maanden contact met ze zou opnemen. Ze had het er al zo vaak
over gehad dat ze deze verklaring zonder aarzelen zouden aannemen.
En nu staat ze dan op
een zo goed als lege parkeerplaats van een voormalig klooster, ver van de
bewoonde wereld. Maartje heeft zich nog nooit zo alleen en eenzaam gevoeld. Ze
schrikt op van een stem die haar naam lijkt te roepen. Ze draait zich om en
ziet een man met uitgestoken hand op haar toelopen. Wanneer hij bij haar is
schudt hij haar enthousiast de hand en zegt: ”Jeetje, wat sta jij er verloren bij.Jij bent toch
Maartje van ‘Maar vertel eens een verhaal’.” Beduusd kijkt Maartje de man aan.
Ze heeft geen flauw idee wie de man is en hoe hij haar kent. Terwijl de man
maar door praat en door praat, voelt ze zich met de minuut ongemakkelijker.
Plots zwijgt de man en kijkt haar onderzoekend aan. “Wat is er Maartje?” Bedremmeld stamelt ze: “Je lijkt mij heel goed te kennen, maar ik heb geen flauw idee wie je bent.” De man schiet in de lach. “Je hebt helemaal gelijk. Ik ben Ben. Ik heb voor de uitgeverij een half haar lang je blog gevolgd. Met veel plezier moet ik je zeggen. Je schrijft fantastisch. Ik vind je zo goed dat ik alles op alles heb gezet om jou in ‘Het Writersblock’ te krijgen. Ik ben dan ook heel blij dat je de uitdaging durft aan te gaan. Maar kom, het is de hoogste tijd dat we naar het klooster gaan.”
Plots zwijgt de man en kijkt haar onderzoekend aan. “Wat is er Maartje?” Bedremmeld stamelt ze: “Je lijkt mij heel goed te kennen, maar ik heb geen flauw idee wie je bent.” De man schiet in de lach. “Je hebt helemaal gelijk. Ik ben Ben. Ik heb voor de uitgeverij een half haar lang je blog gevolgd. Met veel plezier moet ik je zeggen. Je schrijft fantastisch. Ik vind je zo goed dat ik alles op alles heb gezet om jou in ‘Het Writersblock’ te krijgen. Ik ben dan ook heel blij dat je de uitdaging durft aan te gaan. Maar kom, het is de hoogste tijd dat we naar het klooster gaan.”
Samen lopen Ben en
Maartje over de nog steeds erg lege parkeerplaats. Heimelijk kijkt Maartje om
haar heen. Er zullen toch wel meer mensen zijn uitgenodigd? Ze had begrepen dat
de uitgeverij wilde starten met acht schrijvers. Waar zijn ze dan?
Aan de rand van het
parkeerterrein is een klein paadje met een tuinhekje. Ze lopen het paadje op.
Het kronkelt door bosachtig terrein waar het geluid van vogels overheerst. Na
enkele minuten kruist plots een ander paadje hun weg. Ze gaan dit paadje op en
na een scherpe bocht houdt de bosstrook op en staan ze voor de hoofdingang van
een klooster. Tot haar grote opluchting en verbazing komt er van de andere kant
van het klooster een groep mensen aanlopen. Gelukkig, ze is niet alleen. Maar
waar komt deze groep mensen vandaan? Ben kijkt geamuseerd naar de wisselende
uitdrukkingen op haar gezicht. Hij geeft een knijpje in haar bovenarm en zegt:”
Alle andere deelnemers komen uit gebieden aan de andere kant van het klooster.
Het was voor hen makkelijker om de parkeerplaats aan de andere kant te
gebruiken. Je was toch niet bang dat je hier al die tijd alleen met mij zat
opgescheept?”
Ze voegen zich bij de groep. Een aantal personen kent Maartje van hun blogs. Ze is verbaasd over de grote diversiteit in stijlen en persoonlijkheden die er zijn uitgezocht. Aan de andere kant geeft dit natuurlijk ook een grote diversiteit in de verhalen die zouden worden geschreven.
Ze voegen zich bij de groep. Een aantal personen kent Maartje van hun blogs. Ze is verbaasd over de grote diversiteit in stijlen en persoonlijkheden die er zijn uitgezocht. Aan de andere kant geeft dit natuurlijk ook een grote diversiteit in de verhalen die zouden worden geschreven.
De groep gaat het
klooster binnen en wordt een ruime bibliotheek binnen geleid. Er wordt hun
verzocht plaats te nemen en wanneer iedereen zit, maant Ben iedereen tot stilte
en neemt het woord. Hij heet hen allen welkom en vertelt nogmaals de
achtergrond van ‘Het Writersblock’. Hoe ze tot deze realityserie hadden
besloten.
Plots realiseert Maartje
zich dat er overal camera’s aanwezig zijn. Schichtig kijkt ze om zich heen.
Alleen al in de bibliotheek ziet ze vier camera’s opgesteld staan. Hoeveel meer
zullen er zijn? Zal dat snel wennen of zal ze zich continu bespied voelen?
Dan hoort ze dat Ben
even stil is en vervolgens zeer nadrukkelijk zeggen:” En dan nu, de regels.”
Meteen heeft hij haar volle aandacht. En niet alleen die van haar. Iedereen
lijkt de oren te spitsen. Ben vervolgt met:” De regels zijn simpel. Ieder heeft
een eigen cel. In deze cel zijn een bed, kast, bureau, bureaustoel en laptop
aanwezig. Gedurende jullie verblijf is deze laptop jullie persoonlijke
werkplek. Er is geen internet aanwezig, eventuele research voor een verhaal kan
in deze zeer uitgebreide bibliotheek worden gedaan. Hiervoor krijgt ieder van
jullie 1 uur per dag toegang. Extra researchtijd kan worden verdiend door het
goed uitvoeren van de schrijfopdrachten. Drie maal per week krijgen jullie op
de aan jullie toegewezen laptop een schrijfopdracht. Deze moet voor de gestelde
deadline ingeleverd worden. Wie de deadline niet haalt, wordt geëlimineerd.
Wanneer iedereen de deadline haalt zal de persoon met de laagste waardering het
klooster moeten verlaten. Voor elk persoon die ‘Het Writerblock’ verlaat, komt
een nieuwe deelnemer. Elke persoon die 13 weken
in ‘Het Writersblock’ verblijft, krijgt een contract voor de uitgave van
zijn of haar manuscript en de uitgave van een verhalenbundel met daarin de verhalen die hier
in opdracht worden geschreven.”
Een golf van opwinding
gaat door de groep. Dit is waar ze voor gekomen zijn. Dit is waarom ze de uitdaging aan willen gaan. Het geroezemoes
verstomt wanneer Ben zijn hand op steekt. “ En nu nog wat mededelingen van
huishoudelijke aard. Er wordt op drie momenten per dag gezamenlijk gegeten. De
keuken en koelkast zijn vrij te gebruiken tussen de maaltijden door tot elf uur
’s avonds. Het staat jullie vrij je in het hele klooster en de bijbehorende
tuin te bewegen. Er zijn echter twee uitzonderingen. De buitendeur van de
keuken mag niet worden gebruikt en het personeelshuisje aan de rand van de
kloostertuin is strikt verboden terrein. Jullie worden nu naar jullie cel
geleid, waar de eerste opdracht op jullie wacht.”
De weken die volgen
voelt Maartje zich alsof ze in de hemel is beland. Het was even wennen aan de
strikte structuur en discipline, maar vanaf het moment dat ze haar draai hierin
heeft gevonden, voelt ze zich als een vis in het water. De opdrachten zijn zeer
divers en daardoor een grote uitdaging. Aan inspiratie heeft ze geen gebrek en tijd om te schrijven heeft ze ook in
overvloed. Meestal heeft ze haar verhaal dan ook ruim voor de deadline klaar en
het scoort altijd hoog.
Als ze op een dag tijdens het eliminatiemoment naar voren wordt geroepen, schrikt ze dan ook
erg. Ze had toch geen slecht verhaal ingeleverd? Voor zover zij dat zelf kon
beoordelen, had het dezelfde kwaliteit als veel van haar eerdere verhalen. En als
vervolgens Ben en de rest van de jury beginnen te applaudisseren snapt ze er
helemaal niets meer van. Dan dringt het langzaam tot haar door, haar dertien
weken zitten er op. Ze is de enige deelnemer die over is van de oorspronkelijke
groep en de eerste die het heeft
gehaald. Ze mag naar huis met een contract op zak!
Het weer thuis zijn
voelt vreemd. Er is zoveel afleiding. Niet alleen telefoon, internet en sociale
verplichtingen zetten haar schrijfritme onder de druk, ook de dagelijkse
beslommeringen vragen meer tijd dan ze er eigenlijk aan wil schenken. Al na een
paar dagen verlangt Maartje hartstochtelijk terug naar het leven binnen ‘Het
Writersblock’. Ze probeert er over te praten met haar vrienden en familie maar
die lijken niet te snappen wat ze voelt. Allemaal zeggen ze dat ze gewoon nog
even moet wennen aan het gewone leven. Dat het even tijd nodig heeft om weer te
wennen, maar Maartje weet dat ze niet meer wil wennen aan het dagelijkse leven.
Ze wil terug. Ze wil de rest van haar leven wijden aan het schrijven en geen
tijd meer verdoen aan andere zaken.
Ze gaat op zoek naar
andere oud-deelnemers. Misschien dat deze zullen snappen wat ze voelt. Misschien
voelen ze wel hetzelfde. Misschien hebben zij een manier gevonden om een
invulling te geven aan hun roeping.
Haar zoektocht loopt
uit op een teleurstelling. Ze kan geen verhaal, blog of twitteraccount vinden van andere deelnemers. Hoewel ze zeker
weet dat ze allemaal actief waren op het internet is er geen spoor van terug te
vinden. Bijna alsof ze nooit hebben bestaan.
Maartje begint zich
steeds onprettiger en eenzamer voelen. Ze besluit contact op te nemen met de
enige waarvan ze denkt dat hij haar kan helpen. Ze belt Ben. En al meteen is ze
blij dat ze dat heeft gedaan. Ben luistert naar haar, is begripvol en biedt aan
uit te zoeken of hij haar kan helpen. Ze spreken af dat hij de volgende dag
langs zal komen om de opties door te spreken.
Al meteen nadat ze
heeft opgehangen voelt Maartje de rust waar ze zo naar verlangde over zich
komen. Alles gaat geregeld worden. Nog even en dan hoeft ze alleen nog maar te
schrijven. Ze besluit de boel de boel te laten en lekker in de tuin in de
hangmat te gaan liggen om volop te genieten van dit fantastische gevoel.
Maartje begint net
lekker weg te soezen als plots Ben met een grote glimlach op zijn gezicht de
tuin binnenstapt. Nog voor ze van haar verbazing is bekomen steekt hij een boek
in de lucht en zegt:” Kijk eens wat ik heb.” Hij geeft haar het boek en kijkt
haar verwachtingsvol aan. Ze bekijkt het boek aandachtig. De cover wordt
gesierd door een foto van het klooster waar ze zo naar terug verlangt, met
daarover heen in krullerige letters de titel die ‘verhalen uit het writersblock’
luidt. Snel draait ze het boek om om de achterflap te lezen. ‘een bundeling verhalen die zijn ontstaan
uit opdrachten van het Writersblock. Een postuum eerbetoon aan Maartje’
Maartje laat het boek
zakken. Postuum? Ze is toch niet dood?
Voorzichtig pakt Ben
het boek uit Maartjes slappe handen. Zijn glimlach verbreedt. Wat was het een
goed idee geweest om via het contract alle auteursrechten aan hem over te
dragen. Ook deze dode schrijver gaat hem veel geld opbrengen.
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderenoplichters zijn het, die uitgevers ;-) Je kent er zeker een persoonlijk? Mooi verhaal, Cindy
BeantwoordenVerwijderenuitgevers, redacteuren, allemaal viespeuken ;-)
VerwijderenDankjewel Carel
wat heb je toch een heerlijke zieke geest!! geweldig verhaal
BeantwoordenVerwijderenwat heb je toch een heerlijke zieke geest!! geweldig verhaal
BeantwoordenVerwijderenik koester iedere kronkel ;-)
VerwijderenHihihi, een geweldig verhaal! Heb je al contact opgenomen met John Demol? Het zou een prachtig televisie-format zijn...
BeantwoordenVerwijderenWel oppassen voor de kleine lettertjes als er contracten moeten worden getekend, natuurlijk!
Kan ik jouw naam doorgeven als deelnemer?
VerwijderenDankjewel voor het compliment!
Heb jij iets tegen uitgevers? Ik kan mij een voorgelezen verhaal herinneren over een uitgever.
BeantwoordenVerwijderenHet is trouwens weer meesterlijk geschreven. Van begin tot het eind zit het vol spanning en verrassende wendingen.
nee eigenlijk niet.Ik heb er zelfs een in mijn vriendenkring zitten. Maar het is een dankbaar beroep voor mijn verhalen.
VerwijderenDankjewel voor het lezen en de complimenten :-)
Dit einde zag ik echt niet aankomen! Goed geschreven. :)
BeantwoordenVerwijderenDankjewel!
Verwijderen