Zenuwachtig stapte ze de kerk binnen. Ze had altijd al ‘iets’ met religie gehad. De rituelen en gebruiken interesseerden haar mateloos. Maar nog niet eerder was ze daadwerkelijk in een kerk geweest. Haar ouders vonden dat je om te geloven geen kerk nodig had. Volgens hen had een ware gelovige genoeg aan zijn overtuiging. Dit was dus haar eerste bezoek aan een kerk.
De kerk was kaler en killer dan ze verwacht had. Je zou toch denken dat ze zo’n plek wat gerieflijker zouden aankleden. Ze had gelezen dat sommige diensten twee uur duurden, dat leek haar niet echt prettig op die houten banken. Zij zat er nog maar vijf minuten op en had al een houten kont.
Vandaag was er geen dienst, maar daar kwam ze ook niet voor. Ze kwam om te biechten. Ze raapte al haar moed bij elkaar en ging schuchter de biechtstoel in. Toen het luikje tussen open ging stak ze meteen van wal.”Vergeef me vader want ik heb gezondigd. Ik heb al twee uur geen tweet geplaatst en ik heb vandaag vier sms-jes van een vriendin genegeerd.”
De pastoor slaakte een diepe zucht. De jeugd van tegenwoordig wist niet eens meer wat een echte zonde was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten